![]() |
Buggy Boy bij de dierenarts
|
vrijdag 14 februari 2003 Na Kempsey's yard maak ik nog een intensive care unit schoon, waarna het om 10.00 uur tijd is om Buggy Boy naar de dierenarts te brengen. Ik mag mee van Cheyne en gris mijn camera van tafel. Buggy Boy is een oude bekende van het ziekenhuis. In het verleden is hij opgenomen geweest nadat hij was aangereden door een auto. Drie dagen geleden werd hij binnen gebracht met een verdikking aan zijn keel en wij vermoeden dat het een tumor is. Frank, de dierenarts, gaat vandaag een biopsie doen. Cheyne waarschuwt mij dat het erg warm is in de behandelkamer van Frank, en dat ik meteen op de grond moet gaan zitten als ik onwel wordt. Ik denk zelf dat het wel zal meevallen want het bloed afnemen bij Hamlyn Trista was ook geen probleem. Buggy wordt op de behandeltafel gezet en krijgt een verdoving. De naald is nog niet leeggespoten of hup, daar gaat hij al in zwijm. Maar dan stopt plots zijn ademhaling, iets wat aangeeft dat hij zieker is dan hij op het eerste oog laat zien. Frank klopt stevig op zijn hart, maar Buggy regeert niet. Net als het penibel dreigt te worden prikt Franks assistente Buggy met een kleine naald in zijn neus. Dat werkt, tot onze opluchting gaat hij weer ademen. Buggys keel wordt kaalgeschoren en schoongemaakt. Dan draait Frank er een miniatuurversie van een appelboor in en meteen spuit het bloed eruit. Vervolgens haalt Frank er wat weefsel uit. Op dat moment gaan mijn oren suizen, krijg ik het warm en word licht in mijn hoofd. Cheyne ziet het en adviseert mij op de grond te zitten. "Welnee" zeg ik stoer, "het gaat prima". Ik wil namelijk niets missen maar twee tellen later schiet ik snel de kamer uit richting koele wachtkamer. Hup, op een stoel met mijn hoofd tussen de knieën en rustig ademhalen. Hmm, toch niet zo stoer. Dit was niet wat ik in gedachten had. Na een minuut gaat het weer en mag ik de behandelkamer weer in, waar het gat in Buggy's keel wordt schoongespoeld met een soort jodiumvloeistof. Dan is Buggy klaar en komt uit de verdoving. Hij ziet eruit alsof hij aan de marihuana heeft gezeten en wordt op zijn buik in een mand met opgerolde handdoeken gelegd om bij te komen. Ik blijf op mijn hurken bij hem zitten, en als Frank even later de kamer weer binnen komt krijg ik van hem een aai over mijn bol. Hij vraagt of het weer gaat en zegt dat de warmte waarschijnlijk een grote rol heeft gespeeld. Ik geloof hem graag. Een week later komt de uitslag binnen. De verdikking was een simpele ontsteking, vermoedelijk veroorzaakt door een gevecht. |